De draver is een apart ras, ontstaan uit een eeuwenoude fokkerijtraditie. Een goede draver is een kostbaar bezit en wordt door de eigenaar ook als zodanig behandeld.
Vanaf de geboorte geniet het dier intensieve zorg en medische begeleiding is vanzelfsprekend.
In de drafwereld worden paardenstallen, net als bij maneges, regelmatig gekeurd op diervriendelijkheid (lucht, bewegingsruimte, huisvesting, vers water, frisse lucht, weidegang, boxruimte, hygiëne)
Bij warm weer wordt gehandeld volgens de richtlijnen van het hitteprotocol van de Sectorraad Paarden, dat nauwkeurig voorschrijft welke maatregelen nodig zijn bij bepaalde weersomstandigheden (extra drinkwater en water voor verkoeling, schaduw, rust), en bij welke temperaturen het niet meer verantwoord is en wedstrijden geannuleerd of stilgelegd moeten worden.
De kortebaanaccommodatie die speciaal voor elke wedstrijd wordt aangelegd, wordt voorafgaand aan de draverij
gekeurd op grond van een gestandaardiseerd protocol (Kwaliteitscontrole Kortebaanaccommodatie, de KWAKO-Lijst). Als
de baan deze keuring niet doorstaat, wordt geen toestemming gegeven voor de start.
Er wordt ook een uitgebreide risico-inschattingslijst in acht genomen, ten aanzien van veiligheid van paarden,
deelnemers en publiek, om te voorkomen dat gevaarlijke situaties ontstaan langs de hekken of bij het oversteken van de
baan. Bij elke kortebaanwedstrijd is permanent EHBO-personeel aanwezig, bewaking, crowd management en
toegangscontrole. Elke gemeentelijke vergunningverlening voor een kortebaandraverij gaat hier uitgebreid op in.